Fruit: Decaisnea

fargesii

(Augurkenstruik)

Algemeen

De augurkenstruik komt van oorsprong uit Azië. Het is een bladverliezende winterharde struik die 2 (struik) tot maximaal 7 meter (boom) hoog wordt, bloeit in april / mei met geelgroene bloemen gevolgd door blauwgrijze of geelgrijze (Decaisnea insignis) vruchten in oktober. De jonge scheuten willen nog al eens terugvriezen. Dat geldt ook voor de bloemen. Par Denis.prévôt — Travail personnel, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=15018683 - Von VoDeTan2 - Eigenes Werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=9808258 - Von MPF - Eigenes Werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=8289611

Opkweken

Plant de augurkenstruik op een zonnige, beschutte plaats in een humusrijke, enigszins vochtige maar doorlatende bodem. Kies bij voorkeur een plaats die minder gevoelig is voor nachtvorst. Bemesten is niet noodzakelijk, hooguit een algemene bemesting in maart. Vermeerderen door stekken in maart. Rassen: Niet van toepassing.

Snoeien

Snoeien is niet noodzakelijk. Afhankelijk van de gewenste vorm opkronen om een boom te krijgen (2-7 meter) of de takken inkorten voor een lagere struik (1-2- meter). Men kan desgewenst bij struiken ieder jaar één of meerdere oude takken bij de grond wegnemen, om nieuwe grondscheuten te verkrijgen. Dit doet men in maart / april. Soms moet ook vorstschade door snoeien worden verwijderd. In juni terugnemen op een gezond oog.

Oogsten

De peulen worden geoogst in oktober. Von VoDeTan2 - Eigenes Werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=9808258

Gebruik

Van de vruchten wordt de gelei waarin de zaden zitten gebruikt. Deze smaakt enigszins zoet. De vruchten kunnen direct gegeten worden, of in jam worden verwerkt als een natuurlijke bron van pectine.